In de achttiende eeuw
wordt aan het
bovenlicht
veel aandacht besteed, het is immers prominent te zien boven de
voordeur.
De mooiste
snijramen
stammen uit die tijd, maar het gaat dan wel altijd om huizen van welgestelden.
Boerderijen moesten het doen met een levensboom in het bovenlicht of een eenvoudige
middenroede.
Een al in die tijd voorkomende oplossing die een fraai beeld oplevert en toch niet al te
kostbaar is bestaat uit de
roedenpatroon met randmarge:
met
margeroeden
wordt als het ware een kantlijn aan alle kanten van de middelste ruit getrokken.
Bij de hoeken kruisen de roeden elkaar en daardoor zijn daar dan vier kleine ruitjes te vinden.
Soms wordt dat vierkantje, in plaats van met een klein stukje glas, gevuld met een niet
transparant siermotief.
Een variant waarbij de roeden elkaar niet kruisen is de
roedenpatroon met randmarge met verstekroeden.
Tekst: Jean Penders (11-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders